Kleine vennootschappen kunnen dividenden tegen 15% RV uitkeren op zgn. VVPR-bis kapitaal. Dit gaat om het aantrekkelijk regime voor dividendpolitiek dat van toepassing is op kapitaalinbrengen gedaan vanaf 1 juli 2013 in kleine vennootschappen (klein conform art. 15 §§1 tot 6 W.Venn.).
Er was in de praktijk discussie gerezen over welke winst precies tegen de gunsttarieven van de roerende voorheffing kan uitgekeerd worden: enkel de winst van het lopende boekjaar of ook alle opgepotte winsten van de vorige boekjaren?
In antwoord op een mondelinge parlementaire vraag van Kamerlid Luk van Biesen, neemt minister van Financiën Johan Van Overtveldt die twijfels weg. De verlaagde roerende voorheffing bij uitkering van dividenden in het kader van het VVPRbis-stelsel, geldt ook wanneer voor de dividenduitkering geput wordt uit voorheen gereserveerde winsten (Mond. vraag nr. 17946 Luk Van Biesen, 10 mei 2017, Integraal Verslag, Kamercommissie Financiën, 10 mei 2017, CRIV 54 COM 659, 9).
VVPR bis dividenden
In 2013 voerde de wetgever de nieuwe 'VVPR'-regeling in voor dividenden. Dit regime houdt in dat de roerende voorheffing en PB, onder bepaalde voorwaarden, wordt verminderd voor de dividenden die kleine vennootschappen uitkeren met betrekking tot nieuwe aandelen op naam die zijn uitgereikt naar aanleiding van nieuwe inbrengen in geld gedaan vanaf 1 juli 2013 (art. 269, § 2 WIB 1992).
Indien alle voorwaarden vervuld zijn, wordt het tarief in een eerste fase verlaagd tot 20 % voor de dividenden verleend of toegekend uit de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng; en vervolgens tot 15 % voor de dividenden verleend of toegekend uit de winstverdeling vanaf het derde boekjaar na dat van de inbreng.
Uit welke winst mag dat dividend komen?
In de praktijk ontstond de vraag op welke dividenden deze tariefverlaging precies van toepassing kan zijn. Volgens de wet geldt de verlaging voor de dividenden die toekomen aan de nieuwe aandelen, voor zover zij zijn verleend of toegekend uit de winstverdeling voor het tweede boekjaar of volgende na dat van de inbreng. Het verlaagd tarief van 15 % geldt wanneer de dividenden worden verleend of toegekend uit de winstverdeling voor het derde boekjaar en volgende na dat van de inbreng.
Betekent dit dat het 15 %-tarief enkel kan gelden voor de winst van het derde boekjaar en volgende of kan men ook vorige reserves of overgedragen resultaten in dat derde boekjaar en volgende als dividend uitkeren aan 15 %?
De tekst van de wet is op dit punt niet helder. Dit komt, onder meer, omdat de twee taalversies niet volkomen op mekaar afgestemd zijn. In de Nederlandstalige versie verwijst de wettekst - wat het 15 %-tarief betreft naar de dividenden die afkomstig zijn uit de winstverdeling van het derde, of van een daaropvolgend boekjaar.
De Franstalige versie lijkt een soepelere interpretatie toe te laten. Daar heeft men het over de dividenden die verleend of toegekend worden "lors de la répartition bénéficiaire des troisième exercice comptable et suivants après celui de l'apport". Die formulering verwijst op geen enkele manier naar de winst die tijdens het betrokken boekjaar verwezenlijkt is, en laat dus ruimte om het verlaagd tarief ook toe te passen op de dividenden die naar aanleiding van de winstverdeling van het betrokken boekjaar geput worden uit voorheen gereserveerde winsten.
De minister van Financiën hakt de knoop door in het voordeel van een soepele interpretatie.
Volgens de minister schrijven de wettelijke bepalingen immers niet voor op welke wijze de winstverdeling moet gebeuren (al dan niet door de algemene vergadering) of wat de oorsprong van de dividenden moet zijn (al dan niet de winst van het lopende boekjaar of vorige boekjaren).
Waaruit het Kamerlid Luk Van Biesen meteen concludeert dat de winsten van de vorige boekjaren wel degelijk bij de dividenduitkering kunnen worden gebruikt en aldus ook voor het 15 %-tarief in aanmerking kunnen komen.
Gerelateerd artikel:
VVPR bis dividenden: wanneer uitkeren aan 15% RV?
Nieuwe fiscale clubs 2024-2025
Driemaandelijkse praktijkgerichte bespreking van de fiscale actualiteit inzake personenbelasting en vennootschapsbelasting: fiscale wetgeving, parlementaire vragen, circulaires, rechtspraak alsook belangrijke op til zijnde wetswijzigingen. Met GRATIS toegang Practinet (modules PB en VenB) vanaf uw inschrijving tot 30/06/2025!
Schrijf nu in voor onze fiscale club
Seminaries vennootschapsbelasting
- Investeringsaftrek vanaf 01 januari 2025 met Pieter-Jan Wouters op donderdag (av) 05/12/2024 en woensdag (vm) 11/12/2024 - Livestream
- Fiscaalvriendelijk geld uit de vennootschap halen: optimalisaties met Pieter-Jan Wouters op vrijdag (vm) 06/12/2024 en maandag (av) 09/12/2024 - Livestream
- Grondige opfrissing vennootschapsbelasting AJ 2025 in 4 sessies met Sophie Hugelier en Wim Van Kerchove.
Livestream 1 op: 23, 30 januari en 6, 13 februari. Livestream 2 op: 24, 31 januari en 7, 14 februari - Autofiscaliteit 2025: alle spelregels inzake btw en belastingen op een rij met Wim Van Kerchove & Tim Van Sant op maandag (nm) 27/01/2025 en dinsdag (av) 28/01/2025 - Livestream
- Reorganisatie van vennootschappen: opportuniteiten uit de rulingpraktijk met Steven Vanden Berghe op woensdag (vm) 29/01/2025 - Livestream
- Waardering vruchtgebruik met Philippe Salens op donderdag (vm) 30/01/2025 en woensdag (av) 05/02/2025 - Livestream
- Aftrekbare kosten inzake btw en belastingen anno 2025: opportuniteiten met Wim Van Kerchove - Tim Van Sant op dinsdag (av) 04/02/2025 en donderdag (nm) 06/02/2025 - Livestream
Bent u al geabonneerd op onze fiscale databank?
- Vind snel antwoorden op uw fiscale vragen. Ontdek de meerwaarde van Practinet voor uw praktijk.
Op de hoogte blijven van onze seminaries?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief