In het Belgisch staatsblad zijn op 29 december 2023 drie wetten verschenen die talrijke fiscale wijzigingen bevatten. Het betreft de programmawet van 22 december 2023, de wet van 22 december 2023 houdende diverse bepalingen en de wet van 28 december 2023 houdende diverse fiscale bepalingen. Hierna volgt een overzicht van de verschillende maatregelen inzake directe belastingen, btw,... samen met hun inwerkingtreding.
Uiteraard was er ook nog de wet van 19.12.2023 houdende de invoering van een minimumbelasting voor multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen en de wet van 21 december 2023 (BS 10.01.2024) houdende verlenging van de gunstmaatregel voor gepensioneerden in zorgsector tot 30 september 2024 .
In Practinet vindt u per maatregel een:
- een samenvatting,
- een overzicht van alle wijzigingen met een link naar de wet en
- alle relevante passages uit de voorbereidende werkzaamheden.
Nog géén toegang? Wordt clublid of koop een persoonlijk Practinet-abonnement.
Wet van 21 december 2023 (BS 10.01.2014) tot wijziging van de wet van 20 november 2022 houdende maatregelen aangaande de personeelsschaarste in de zorgsector
Maatregel | Inwerkingtreding |
Verlenging van de gunstmaatregel voor gepensioneerden in zorgsector tot 30 september 2024 | |
Verlening van de afzonderlijke belastingheffing aan 33% voor prestaties geleverd tot 30 september 2024. | vanaf 30 september 2023 en uiterlijk op 31 december 2024 betaald of toegekend |
Verlenging van de bijdrage- en belastingvermindering voor 65-plussers die bijverdienen in de zorgsector, evenals de verlening van de afwijkingen inzake bekendmaking van het uurrooster en de arbeidstijd. | vanaf 30 september 2023 en verlenging tot uiterlijk 30 september 2024 |
Programmawet van 22 december 2023 (BS 29.12.2023)
Maatregel | Inwerkingtreding |
Flexi-jobs: uitbreiding naar 12 sectoren en inperking fiscale vrijstelling | |
Uitbreiding van de fexijobs naar 12 sectoren. | bezoldigingen die worden toegekend vanaf 1 januari 2024 |
Inperkingen van de fiscale vijstelling. | AJ 2025 |
Aanpassingen van artikel 54 WIB 92 en artikel 344, § 2, WIB 92 naar aanleiding van het SIAT-Arrest | |
Niet-aftrekbaarheid van artikel 54 WIB92. | bedragen die vanaf 1 januari 2024 worden betaald of toegekend |
Niet-tegenstelbaarheid van artikel 344, §2, WIB 92. | verrichtingen die vanaf 1 januari 2024 worden gedaan |
Gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen (GVBF) | |
De 'gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen' worden onderworpen aan een afzonderlijke aanslag van 10 % wanneer een GVBF niet ten minste 5 jaar ingeschreven blijft of wanneer aandelen verkregen ingevolge een inbrengverrichting in een GVBF geen vijf jaar worden bijgehouden. | op 1 januari 2024 en is van toepassing in de gevallen waarbij vanaf 1 januari 2024 niet meer wordt voldaan aan de voorwaarde van een ononderbroken periode van ten minste vijf jaar |
Vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing in fruit- en groenteteelt: definitieve maatregel vanaf 01.01.2024 | |
De niet te storten bedrijfsvoorheffing is gelijk aan 1,23 euro per uur vermenigvuldigd met het totaal aantal uren die zijn gepresteerd als gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt. | uren die vanaf 1 januari 2024 worden gepresteerd (opmerking definitieve verlenging van de tijdelijke maatregel die loopt van 1 juli 2023 t.e.m. 31.12.2023) |
Versterking fiscale werkbonus voor de aanslagjaren 2025 en 2026 | |
Opsplitsing van de sociale werkbonus in twee delen: een deel voor de heel lage lonen (luik B: 52,54 pct) en een deel voor de iets hogere lonen (luik A: 33,14 pct). | van toepassing op de verminderingen van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid die vanaf 1 april 2024 worden verleend. |
Optrekken van het maximumbedrag van het belastingkrediet vóór indexatie van 570 euro tot 710 euro. | vanaf aanslagjaar 2025 |
Optrekken van het maximumbedrag van het belastingkrediet vóór indexatie van 710 euro tot 765 euro. | vanaf aanslagjaar 2026 |
Nieuwe CFC-regelgeving | |
Overschakeling van model B naar model A van de ATAD-richtlijn van de ATAD-Richtlijn waar de nadruk ligt op de 'passieve inkomsten' verkregen door de CFC (= entiteitsbenadering). | vanaf aanslagjaar 2024 |
Verstrenging van de kaaimantaks (op juridische constructies): versie 2.1 | |
Verstrenging van de kaaimantaks: ketenconstructies worden vervangen door tussenconstructies, vermijden van voordelige kaaimansituaties, transparantieregel, fonds dédié-aandeelhouderschap, vermoeden van oprichterschap via UBO-register, exit-tax, substance-vrijstelling,... | inkomsten die vanaf 1 januari 2024 worden verkregen, toegekend of betaalbaar gesteld door een juridische constructie |
Uitbreiding aangifteplicht en verplicht bij te voegen bijlage bij de aangifte. | vanaf aanslagjaar 2024 |
Bankentaks geheel niet aftrekbaar | |
De niet-aftrekbaarheid als beroepskost van de jaarlijkse taks op de kredietinstellingen, op de collectieve beleggingsinstellingen en op de verzekeringsondernemingen wordt in de vennootschapsbelasting opgetrokken van 80% tot 100%. | voor de de vanaf 1 januari 2024 verschuldigde taksen |
Verlaagd btw-tarief m.b.t. de afbraak en heropbouw van gebouwen op het hele Belgische grondgebied | |
Vervanging van de huidige twee regelingen (32-stedenregeling en de tijdelijke regeling voor het gehele grondgebied) inzake afbraak en heropbouw door een permanenten en uniforme regeling inzake afbraak en heropbouw die van toepassing is voor het volledige grondgebied. Bouwpromotoren kunnen van deze regeling permanent gebruikmaken voor woningen die zij langdurig verhuren of aan een SVK of aan een andere maatschappij van een sociaal huisvestingsbeleid. | op 1 januari 2024 |
Overgangsregeling voor lopende projecten binnen de 'tijdelijke' regeling voor afbraak en heropbouw van en woning over het gehele grondgebied voor handelingen tot uiterlijk 31 december 2024 (6%). | de aanvraag voor de omgevingsvergunning met betrekking tot de handelingen inzake de heropbouw van een woning werd ingediend bij de bevoegde overheid vóór 1 juli 2023 |
Overgangsregeling voor lopende projecten binnen de '32 stedenregeling' voor handelingen tot uiterlijk 31 december 2024 (6%). | de aanvraag voor de omgevingsvergunning met betrekking tot de heropbouw werd ingediend bij de bevoegde overheid vóór 1 januari 2024 |
Verlaagd btw-tarief met betrekking tot de installatie van warmtepompen | |
Verlenging van de tijdelijke regeling waarbij het BTW-tarief wordt verlaagd naar 6 % met betrekking tot de "levering met plaatsing" van bepaalde warmtepompen "in, op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen" van minder dan tien jaar oud. | in werking op 1 januari 2024 (werken in onroerende staat vanaf 1 april 2022 tot 31 december 2024 (i.p.v. 31.12.2023) |
Verhoging van het registratierecht vanaf 01.01.2024 van 2% naar 5% bij vestiging of overdracht van erfpacht- of opstalrecht | |
Het registratierecht van 2 % dat in principe verschuldigd is op de contracten tot vestiging van een erfpacht- of opstalrecht en tot overdracht daarvan wordt verhoogd tot 5%. Aan het verlaagd tarief voor vzw’s en soortgelijke instellingen van 0,5 % wordt niet geraakt. | onderhandse en authentieke akten ondertekend op of na 1 januari 2024 (het tarief van 2% blijft dus van toepassing op akten die zijn ondertekend vóór 1 januari 2024 en die een vaste datum hebben of waarvan de oprechtheid van de datum wordt aangetoond) |
Register van werkende vennoten en helpers | |
Vennootschappen die in die sector van het werk in onroerende staat werkzaam zijn, zullen binnen de voorgeschreven termijn bepaalde "inlichtingen betreffende hun werkende vennoten moeten inschrijven en bijwerken in de KBO" | op een door de Koning te bepalen datum vastgesteld na overleg in de Ministerraad, en uiterlijk op 1 juli 2024. |
Natuurlijke personen die in die sector van het werk in onroerende staat werkzaam zijn, zullen binnen de voorgeschreven termijn bepaalde "inlichtingen betreffende hun helpers moeten inschrijven en bijwerken in de KBO". | op een door de Koning te bepalen datum vastgesteld na overleg in de Ministerraad, en uiterlijk op 1 juli 2024. |
Overgangsregeling voor werkende vennoten en helpers die hun actiteiten reeds uitoefenden op het ogenblik van de inwerkingtreding of hun werkzaamheid aanvatten tijdens het semester van inwerkingtreding. | inlichtingen doorsturen vóór het einde van het semester van de inwerkingtreding |
Inhoudingsplicht ten voordele van RSVZ | |
Voor opdrachtgevers en aannemers die, in het kader van de uitvoering van werken in de sector van het werk in onroerende staat een beroep doen op aannemers en onderaannemers, wordt een bijkomende inhoudingsverplichting van 15% ingevoerd m.b.t. de “schulden in het kader van het sociaal statuut van de zelfstandigen” (bovenop de inhoudingsplicht van 15% voor fiscale schulden en 35% voor sociale schulden). | op een door de Koning te bepalen datum vastgesteld na overleg in de Ministerraad, en uiterlijk op 1 juli 2024 |
Het niet of niet correct gebruik van het geregistreerde kassasysteem: sancties in het sociaal stafwetboek | |
De inbreuk is strafbaar met de sanctie van niveau 3. Wanneer de inbreuk wetens en willens is gepleegd, wordt ze met een sanctie van niveau 5 bestraft. Deze sancties maken volgens de memorie van toelichting geen dubbel gebruik de sancties in het btw-wetboek. | vanaf 08.01.2024 |
Wet van 22 december 2023 houdende diverse bepalingen (BS 29.12.2023)
Maatregel | Inwerkingtreding |
Hogere fietsvergoeding voor woon-werkverkeer: van 0,27 €/km (AJ 2024) naar 0,35 €/km (AJ 2025) | |
Verhoging van de vrijgestelde fietskilometervergoeding van € 0,27 naar € 0,35 per km. | op 31 december 2023 en is van toepassing vanaf het belastbaar tijdperk dat aanvangt vanaf 1 januari 2024. |
Beperking van de maximale vrijgestelde fietsvergoeding tot € 2.500. | |
Verhoging van forfaitaire bedrag voor de aftrek van fietskosten voor het woon-werkverkeer van € 0,27 naar € 0,35 per km. | |
Vrijstelling van de fietsvergoeding en het voordeel an alle aard voor de berdrijfsfiets verreist de toepassing van de forfaitaire beroepskosten. | |
Belastingkrediet voor facultatieve verhoging fietskilometervergoeding voor verplaatsingen woon-werkverkeer van 01.01.2024 tot 31.12.2026 | |
Om werkgevers aan te moedigen om de fietsvergoeding vanaf 1 januari 2024 vrijwillig op te trekken wordt een tijdelijke compensatie (‘facultatief’ belastingkrediet) ingevoerd voor fietsvergoedingen die vrijwillig zijn verhoogd naar aanleiding van woonwerkverplaatsingen die werden gemaakt gedurende de periode van 1 januari 2024 tot eind 2026 en ten laatste op 31 december 2027 werden toegekend. | Verplaatsingen afgelegd vanaf 1 januari 2024. Het belastingkrediet wordt verleend voor elk belastbaar tijdperk dat verbonden is met de aanslagjaren 2024, 2025, 2026, 2027 of 2028 waarin de belastingplichtige een verhoging van de fietskilometervergoeding voor in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026 gedane verplaatsingen toekent. |
Wijzigingen met betrekking tot personen en kinderen ten laste | |
Het maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen voor alle kinderen wordt gelijk geschaald op het hoogste bestaande maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen, of 3.300 euro (basisbedrag). | in werking op 31 december 2023 en zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2024 en in aanslagjaar 2025 vanaf aanslagjaar 2026 zullen de maximumbedragen van artikel 141, WIB 92 opnieuw gelden, zoals ze bestonden voor de huidige wijziging |
Opheffing stelsel overheveling personen ten laste. | in werking op 31 december 2023 en zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2024 |
Diamantstelsel: update van de verwijzing naar het Belgisch toezichtssysteem | |
In het definitie-artikel van het diamantstelsel wordt de verwijzing naar het Belgische toezichtsysteem geüpdatet. | vanaf 08.01.2024 |
Netto-inkomen van roerende goederen: tekstuele aanpassing | |
Ingevolge de afschaffing van de afschaffing van de woonstaatheffing” moet het woord “en” worden toegevoegd tussen de woorden “de roerende voorheffing” en de woorden “met de fictieve roerende voorheffing”. | vanaf 08.01.2024 |
Gedeputeerden van de provincie in plaats van leden van de bestendige deputatie | |
De termen "(leden van) de bestendige deputatie" zijn verouderd en worden vervangen door de actuele termen "gedeputeerden van de provincie/deputatie van de provincie". | vanaf 08.01.2024 |
Gedwongen meerwaarde: minimumwederbeleggingstermijn ingeval herbelegging in gebouwd onroerend goed, vaartuig of vliegtuig | |
Om uit te sluiten dat de herbeleggingstermijn in het geval van herbelegging in een gebouwd onroerend goed, vaartuig of vliegtuig korter kan zijn voor gedwongen meerwaarden dan voor vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden, wordt een minimale herbeleggingstermijn ingevoerd in artikel 47, § 4, WIB 92. | vanaf aanslagjaar 2024 |
Startdatum voor de berekening van nalatigheidsinteresten als de taxsheltervoorwaarden (film, podium en gaming) worden geschonden | |
Nalatigheidsintresten moeten worden aangerekend vanaf 30 juni van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd (en niet meer vanaf 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd). | vanaf aanslagjaar 2024 |
Innovatieaftrek: aanpassing van de verwijziging in artikel 194quinquies, §1, 3e lid WIB 92 | |
Artikel 194quinquies, § 1, derde lid, WIB 92, verwijst nog naar artikel 207, derde lid, derde streepje, WIB 92 en moet verwijzen naar het tweede streepje. | belastbare tijdperken die worden afgesloten vanaf 31 december 2023 |
Belastingheffing van baten in de BNI/Nat.Pers.: aanpassing verwijzing | |
In artikel 228, § 3, eerste lid, WIB 92 wordt een foute verwijzing naar artikel 27 WIB 92 rechtgezet. | vanaf 08.01.2024 |
Onderzoeksbevoegdheden van de fiscus worden aangepast aan de DAC-7-richtlijn | |
De administratie krijgt de bevoegdheid om de platformexploitanten te vragen alle informatie of documenten te verstrekken die nodig zijn voor de relevante verificaties. | vanaf 08.01.2024 |
Terugnemingen van verdoken meerwinsten zijn afgeschaft vanaf AJ 2021: aanpassing artikel 444 WIB 92 inzake belastingverhogingen | |
Aangezien de regeling inzake 'terugneming van de verdoken meerwinsten in de boekhouding' werd opgeheven is de bepaling dat op deze terugnemingen geen belastingverhogingen worden toegekend overbodig geworden. | vanaf 08;01.2024 |
Teruggaaf van btw-overschotten vereist vanaf 1 januari 2025 de tijdige indiening van de periodieke btw-aangiften en staving van het bedrag binnen de 10 dagen | |
De btw-teruggaaf vereist dat de btw-aangiften met betrekking tot de laatste zes maanden die voorafgaan aan het aangiftetijdvak van de aangifte die aanleiding heeft gegeven tot het overschot, tijdig zijn ingediend. | op 1 januari 2025 |
In het kader van de hervorming van de btw-ketting moet de belastingplichtige binnen de 10 dagen gevraagde inlichtingen verschaffen aan de btw-ambtenaren, zo niet wordt de btw-teruggave tegengehouden. | op 1 januari 2025 |
Wet van 28 december 2023 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 29.12.2023)
Maatregel | Inwerkingtreding |
Jaarlijkse effectentaks (JTER): vaste indieningstermijn voor aangifte in te dienen door de titularis zelf bepaald op 15 juli | |
De uiterste indieningsdatum van de aangifte inzake JTER, ingeval de titularis van de rekening zelf gehouden is de aangifte in te dienen, is 15 juli van het jaar volgend op het einde van de referentieperiode wordt genomen. De betaling moet dan gebeuren tegen uiterlijk 31 augustus van hetzelfde jaar (= het jaar volgend op het einde van de referentieperiode). | aangiften waarvoor de referentieperiode eindigt op 30 september 2023 of later. |
Belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding cao nr. 164 voor woon-werkverkeer | |
De invoering van een verplichte fietskilometervergoeding door de cao nr. 164 heeft financiële gevolgen voor de betrokken werkgevers. Als compensatie voor die financiële gevolgen voert de wetgever een tijdelijk verrekenbaar en terugbetaalbaar belastingkrediet in ten bate van werkgevers voor verhogingen van de vergoedingen voor woon-werkverplaatsingen per fiets in de periode van 1 mei 2023 tot 31 december 2024 toegekend in toepassing van cao nr. 164. | verplaatsingen vanaf 1 mei 2023 tot en met 31 december 2024 |
Aanpassingen aan het mobiliteitsbudget: toepassingsgebied, bestedingsvereiste, beheerskosten, indexatie,... | |
Het toepassingsgebied van het mobiliteitsbudget wordt uitgebreid naar burgemeesters, schepenen en gedeputeerden van de provincies. | op 1 januari 2024 |
De kosten voor het beheer van het mobiliteitsbudget behoren tot pijler 2 en niet meer tot pijler 1. | |
De bestedingsvereiste in pijler 2 wordt uitgebreid tot alle duurzame vervoermiddelen zowel in België als binnen de EER. | |
Invoering van een indexeringsmechanisme voor de minimum- en maximumbedragen die het mobiliteitsbudget moet respecteren. | |
Ingekomen belastingplichtigen en onderzoekers: geen nominatieve lijst meer maar wel bijkomende vermeldingen op de loonfiches | |
De jaarlijkse nominatieve lijst van alle ingekomen belastingplichtigen en onderzoekers wordt vervangen door een bijkomende vermelding op de jaarlijkse individuele loonfiches. | met ingang van 1 januari 2023 en van toepassing op bezoldigingen betaald of toegekend vanaf die datum |
In de Nederlandstalige tekst van artikel 17/2, § 2, eerste lid van de programmawet van 27 december 2021, worden enkele wijzigingen aangebracht die de tekst meer in overeenstemming brengt met de Franstalige tekst, zonder dat aan de inhoud iets wordt veranderd. Tevens worden enkele taalcorrecties aangebracht. | vanaf 08.01.2024 |
Nieuwe reorganisatievormen: aanpassing fiscale definities | |
Om bepaalde reorganisatievormen, die op basis van de Richtlijn in het Belgische vennootschapsrecht zijn ingevoerd, belastingneutraal te laten verlopen werden de autnonome fiscale definities aangepast. | met ingang van 16 juni 2023 |
Belastingvrije voogdijopdrachten voor de vertegenwoordiging van niet begeleide minderjarige vreemdelingen: van vijf naar acht | |
Indien een voogd tijdens het belastbaar tijdperk meer dan acht (in plaats van vijf) voogdijopdrachten uitoefent, zullen de vergoedingen betreffende de voogdijopdrachten vanaf de negende onderworpen worden aan het gewone belastingstelsel dat op deze inkomsten betrekking heeft. | van toepassing op de vanaf 1 januari 2023 betaalde of toegekende inkomsten |
Vermelding van de vrijgestelde voordijvergoedingen op de berekeningsnota. | op 1 januari 2024 |
Aanpassing fiscale stelsel in hoofde van de schuldeiser inzake schuldkwijtschelding in het kader van een gehomologeerd minnelijk akkoord of reorganisatieplan | |
De aanpassing van het gunststelsel aan de nieuwe reorganisatietechnieken wordt afgestemd op de inwerkingtreding van de wet tot wijziging van het WER. | op 1 september 2023 en zijn van toepassing op insolventieprocedures geopend vanaf 1 september 2023 |
Aanpassing fiscale stelsel in hoofde van de schuldenaar inzake schuldkwijtschelding in het kader van een gehomologeerd minnelijk akkoord of reorganisatieplan | |
De aanpassing van het gunststelsel aan de nieuwe reorganisatietechnieken wordt afgestemd op de inwerkingtreding van de wet tot wijziging van het WER. | op 1 september 2023 en zijn van toepassing op insolventieprocedures geopend vanaf 1 september 2023 |
De gespreide opname in de belastbare grondslag i.p.v. een defninitieve vrijstelling door een aanpassing in meer van de begintoestand. | vanaf 08.01.2024 vastgestelde minnelijke akkoorden en gehomologeerde reorganisatieplannen |
de opname in de belastbare grondslag bij herleving van kwijtgescholden schulden | van toepassing op alle schulden die herleven vanaf 08.01.2024 |
Niet-aftrekbare belastingen: regionale gokbelastingen | |
In het kader van een doeltreffend antigokbeleid worden de regionale belastingen op spelen en weddenschappen en automatische ontspanningstoestellen voortaan als niet-aftrekbare beroepskosten beschouwd in de personen- en vennootschapsbelasting. | vanaf 1 januari 2024 verschuldigde belastingen |
Innovatieaftrek: aanpassing van de verwijziging in artikel 194quinquies, §1, 2e lid WIB 92 | |
Artikel 194quinquies, § 1, tweede lid, WIB 92, verwijst nog naar artikel 207, tweede lid, 4e streepje, WIB 92 en moet verwijzen naar het tweede lid, 3e streepje. | belastbare tijdperken die worden afgesloten vanaf 31 december 2023 |
Afzonderlijke aanslag van de belaste reserves van erkende kredietinstellingen tegen 34%: NV Landbouwkrediet wordt NV Crelan | |
In artikel 219, § 1, eerste lid, WIB 92 wordt de verwijzing naar “de N.V. Landbouwkrediet” gewijzigd naar “de NV Crelan” (= haar nieuwe benaming). | vanaf 08.01.2024 |
Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing ploegen- en nachtarbeid: tekstuele aanpassing in de Franse tekst | |
In het laatste lid van artikel 2755, § 2, WIB 92, wordt een vertaalfout rechtgezet in de Franse tekst. Om de coherentie met de rest van de paragraaf en met de Nederlandse tekst te versterken, worden in de Franse tekst de woorden “primes d’équipe” (ploegenpremie) vervangen door de woorden “prime de nuit” (nachtpremie). | vanaf 08.01.2024 |
Vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing bij natuurrampen: periode van 40 maanden gekoppeld aan prestaties waarop de bezoldigingen betrekking hebben | |
Het toepassingsgebied van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor natuurrampen wordt beperkt tot 30 % van de bedrijfsvoorheffing die wordt ingehouden op de bezoldigingen die worden betaald of toegekend voor de prestaties die werden geleverd in een periode van 40 maanden die start vanaf de maand die volgt op de maand waarin de natuurramp heeft plaatsgevonden en die ten laatste worden betaald of toegekend in de 47ste maand die volgt op de maand waarin de natuurramp heeft plaatsgevonden. | vanaf 08.01.2024 |
Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing op aan jonge werknemers toegekende compenserende toeslagen: aanpassing aanrekening vrijstelling | |
De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing op aan jonge werknemers toegekende compenserende toeslagen moet steeds na alle andere vrijstellingen worden toegepast. | bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 1 augustus 2023 |
Betalingen aan belastingparadijzen: creatief omspringen met de data van betaling is géén oplossing meer | |
In plaats van te kijken naar de betalingen die tijdens het belastbaar tijdperk werden gedaan (bij de beoordeling of de grens van 100.000 EUR al dan niet bereikt wordt), zal voortaan gekeken worden naar de betalingen die tijdens het belastbare tijdperk werden gedaan vermeerderd met de tijdens het belastbare tijdperk vastgestelde toename van de schulden aan de bedoelde personen of vaste inrichtingen. | vanaf aanslagjaar 2024 |
Verlopen interesten van kapitalisatieovereenkomsten (art. 362bis WIB92) ook van toepassing op Luxemburgse tak 6 verzekeringscontracten | |
Art. 362bis WIB 92 wordt aangevuld om de fiscale behandeling van verlopen interesten die voortkomen of kunnen voortkomen uit kapitalisatieovereenkomsten (die onder andere naar Luxemburgs recht worden gekwalificeerd als een kapitalisatiecontract “tak 6”) te verduidelijken. | vanaf 08.01.2024 |
Tijdelijke verlaging tarief PB en RV voor Van Peteghem staatsbon(s) | |
Het tarief van de personenbelasting en de roerende voorheffing wordt vastgesteld op 15 pct. voor de inkomsten uit Staatsbons met een looptijd van 1 jaar die tijdens de periode van 1 september 2023 tot en met 31 december zijn uitgegeven door een Belgische overheid of een andere publieke overheid in de Europees Economische Ruimte. | op 29.12.2023 en is van toepassing op de inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1 september 2023 |
Belastingvermindering voor giften aan erkende instelling gevestigd in België: elektronische ingediende attesten (i.p.v. kwijtschrift) | |
De erkende instelling begiftigde gevestigd in België moet verplicht een attest afleveren aan de belastingplichtige die deze gift heeft gedaan. Tevens deelt die instelling de administratie jaarlijks elektronisch de gegevens mee die daarop betrekking hebben. Die elektronische verzending dient te geschieden voor 1 maart van het jaar volgend op het kalenderjaar waarop het attest betrekking heeft. | met ingang van 29.12.2023 en van toepassing op de giften gedaan vanaf 1 januari 2024 |
Wettelijke verankering van geldende aangiftetermijnen in de personenbelasting en de vennootschapsbelasting | |
Om de belastingplichtigen en hun mandatarissen meer rechtszekerheid te geven over de indieningstermijn, worden de vandaag geldende aangiftetermijnen inzake inkomstenbelastingen wettelijk verankerd. | belastbare tijdperken verbonden aan de aanslagjaren 2024 en volgende |
Uitstel in geval van overmacht of ernstige reden | |
Voortaan wordt in de wet verankerd dat het in gevallen van overmacht alsook in geval van ernstige redenen, voor de administrateur-generaal van de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen of zijn gedelegeerde mogelijk is om een uitstel toe te kennen. Als overmacht wordt beschouwd een gebeurtenis buiten de wil van de mens die hij niet kon voorzien of vermijden. | belastbare tijdperken verbonden aan de aanslagjaren 2024 en volgende |
Wettelijke verankering van de indieningstermijn m.b.t. aangifte voor het jaar voorafgaand aan het jaar van overlijden | |
M.b.t. de aangifte die moet worden ingediend voor het belastbare tijdperk voorafgaand aan het jaar van overlijden beschikken de erfgenamen, de algemene legatarissen of begiftigden over een termijn van minimum 5 maanden vanaf de datum van het overlijden om de aangifte van de overleden persoon in te dienen. | belastbare tijdperken verbonden aan de aanslagjaren 2024 en volgende |
Afschaffing van de aangifte speciaal m.b.t. jaar van overlijden | |
De voorwaarden van onderworpenheid aan de personenbelasting houden niet meer op te bestaan door het overlijden. Voor het jaar van het overlijden zal het belastbaar tijdperk altijd overeenstemmen met het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarnaar het aanslagjaar verwijst. | belastbare tijdperken verbonden aan de aanslagjaren 2024 en volgende |
Onderzoekstermijn inzake roerende voorheffing wordt uitgebreid naar de bedrijfsvoorheffing | |
Om de termijnen inzake roerende en bedrijfsvoorheffing volledig te harmoniseren en in het kader van vereenvoudiging wordt de onderzoekstermijn van de bedrijfsvoorheffing gelijkgesteld met de bestaande termijnen en vastgelegd op 5 jaar. | vanaf 08.01.2024 |
Versterking beroepsgeheim voor ambtenaren bij aflevering van kadastrale bescheiden na betekening KI en tijdens de bezwaarprocedure tegen het KI | |
De ambtenaren die deze kadastrale inlichtingen verstrekken, zijn daarbij beschermd door het beroepsgeheim. | vanaf 08.01.2024 |
Géén verlenging van de termijnen verbonden aan de e-notariaatprocedure n.a.v. de wijziging van het begrip werkdag in het Burgerlijk Wetboek | |
Het nieuwe Burgerlijk Wetboek, dat in werking is getreden op 1 januari 2023, stelt als regel van gemeen recht inzake de berekening van termijnen dat zaterdagen worden uitgesloten als werkdag. De termijnen inzake de e-notariaatprocedure zijn hierdoor geïpacteerd, wat niet de bedoeling is. De situatie zoals vóór 1 januari 2023 wordt hersteld (zowel inzake directe belastingen als btw). | berichten verzonden na 1 januari 2024 openbare verkopen van roerende goederen na 10 januari 2024 |
Toegang tot de lokalen in het kader van de vaststelling van het kadastraal inkomen | |
Bij het vaststellen van het kadastraal inkomen mogen de daartoe bevoegde ambtenaren onder bepaalde voorwaarden binnendringen in gebouwen om er bv. bepaalde opmetingen te doen (art. 476 WIB 1992). Voortaan volstaat de bijstand "van de korpschef van de lokale politiezone waarbinnen de eigendom gelegen is of zijn gelastigde. | vanaf 08.01.2024 |
Meldplicht (huur)vergoedingen onroerend goed | |
Meldplicht (huur)vergoedingen onroerend goed in bijlage bij aangifte. | vanaf aanslagjaar 2024 |
Vanaf aanslagjaar 2024 zijn de huurvergoedingen (huurprijs en huurvoordelen) alsmede de vergoedingen voor een zakelijk gebruiksrecht op onroerend goed niet aftrekbaar als beroepskost in volgende twee gevallen: (1) bij gebrek aan bijlage aan de aangifte of factuur (eerste uitsluitingsgrond) OF (2) bij kosteloze registratie als privéhuur (tweede uitsluitingsgrond) | vanaf aanslagjaar 2024 |
Vertrekpunt van de berekening van de moratoriuminteresten in de btw | |
Het doel is enerzijds te vermijden dat de moratoriuminteresten over de terug te geven belasting welke blijkt uit een bijzondere btw-aangifte slechts van rechtswege verschuldigd zijn vanaf de ingebrekestelling. Anderzijds wordt met deze wetswijziging het vertrekpunt voor de berekening van de moratoriuminteresten verduidelijkt. | vanaf 08.01.2024 |
Geregistreerd kassasysteem 2.0: realtime doorsturen van de handelstransacties naar de fiscus | |
De belangrijkste nieuwigheid is dat het gemoderniseerd kassasysteem (“GKS 2.0”) in near time gegevens over handelstransacties naar de overheid zal doorsturen. Hierdoor zal de VAT signing Card niet meer nodig zijn waardoor deze verdwijnt. | Kassasystemen waarvoor de aanvraag tot certificatie zal worden ingediend vanaf 1 januari 2024, zullen onmiddellijk moeten voldoen. kassasystemen die uiterlijk op 31 december 2023 een certificatie bekomen hebben of kassasystemen waarvoor uiterlijk op 31 december 2023 een aanvraag tot certificatie wordt ingediend, zal de overheid een overgangsperiode hanteren tot uiterlijk 1 januari 2027. Deze kassasystemen zullen bijgevolg uiterlijk op 31 december 2026 moeten voldoen aan deze wetswijziging. |
Onderzoeksbevoegdheden en beroepsgeheim van inningsambtenaren | |
De ambtenaren van de AAII, die zijn belast met de inning (en niet met de invordering) beschikken nu ook over de onderzoeksbevoegdheden en het beroepsgeheim die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze specifieke opdracht. | vanaf 08.01.2024 |
Uitbreiding opdrachten van fiscale bemiddelingsdienst | |
De bevoegdheden van de cel administratieve sancties binnen de fiscale bemiddelingsdienst worden uitgebreid naar administratieve geldboeten die worden opgelegd in het kader van de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen. | vanaf 08.01.2024 |
Fiscale clubs 3 sessies
Inschrijven voor de volgende drie sessies kan nog!
Met GRATIS toegang Practinet (modules PB en VenB) vanaf uw inschrijving tot 30/06/2025 !
Schrijf nu in voor onze fiscale club
Op de hoogte blijven van onze seminaries?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief