Interesten die een vennootschap betaalt aan haar bedrijfsleider of haar aandeelhouder (natuurlijk persoon) op een rekening-courant tegoed, moeten soms gedeeltelijk in dividenden geherkwalificeerd worden in de mate dat het voorschot en/of de interestvoet overdreven is. In de mate van die herkwalificatie zijn de interesten voor de vennootschap niet aftrekbaar. Vanaf 1 januari 2020 zijn er wijzigingen aangebracht aan deze fiscale regeling.

Marktrente voor creditinteresten op rekening-courant = 4,06 %

Twee herkwalificatiegrenzen

Interesten kunnen in dividenden geherkwalificeerd worden in de mate dat één of twee grenzen overschreden worden: de marktrente en de hoogte van het voorschot.

Een voorschot is overdreven als het hoger is dan de som van de belaste reserves (bij het begin van het boekjaar) en het gestorte kapitaal (aan het einde van het boekjaar). Het gestorte kapitaal is daarbij steeds het minimum.

Op fiscaal vlak spreken wij nog altijd over kapitaal, in tegenstelling tot het vennootschapsrechtelijk verhaal waar het kapitaalbegrip is afgeschaft behalve voor de naamloze vennootschappen. Het gestorte kapitaal is het eigen vermogen dat werd gevormd door een werkelijke inbreng in geld of in natura en voor zover het niet is verminderd of terugbetaald (art. 2 §1, 6° en art. 184 WIB 92).

Nieuwe definitie van begrip “voorschotten”

De interestherkwalificatie geldt voor interesten op voorschotten (art. 18, lid 1, 4° WIB 92). Voorschotten zijn geldleningen die aan de vennootschap zijn toegestaan door haar aandeelhouders (nat. personen) of door haar bestuurders (natuurlijke personen), hun echtgenote of hun niet-ontvoogde minderjarige kinderen.

Niet elk RC-tegoed is een geldlening. Een tegoed op RC kan immers ook voortvloeien uit de verkoop van bijvoorbeeld de goodwill uit de vroegere eenmanszaak naar aanleiding van de oprichting van een vennootschap waarbij er betalingsuitstel werd bedongen.

Sinds 1 januari 2020 en voor interesten die betrekking hebben op periodes na 31 december 2019 wordt elke vordering op een vennootschap van de geviseerde verstrekkers als een voorschot beschouwd. Het toepassingsgebied van de herkwalificatie is dus niet langer beperkt tot geldleningen.

De interesten die een vennootschap toekent aan haar bedrijfsleider op een rekening-courant met creditsaldo worden dus altijd geherkwalificeerd in de mate dat een van de twee herkwalificatiegrenzen overschreden is, ongeacht de aard van dat tegoed.

Nieuwe definitie van marktrente

De interest is overdreven in de mate dat die hoger ligt dan de marktrente (art. 55 WIB 1992).
Met ingang van 1 januari 2020 en voor de interesten die betrekking hebben op periodes na 31 december 2019 heeft de wetgever een omschrijving van de marktrente ingevoerd, althans wanneer het gaat om interesten van niet-hypothecaire leningen zonder welbepaalde looptijd (met uitsluiting van bepaalde interest- betalingen tussen verbonden vennootschappen).

Die marktrente is gelijk aan de met 2,5 % verhoogde rentevoet die de Belgische monetaire financiële instellingen (MFI) aan niet-financiële vennootschappen aanrekenen voor leningen tot 1.000.000 EUR met een variabel tarief en met een initiële rentebepaling tot een jaar.

De MFI-rentevoet waarmee volgens de wetgever rekening moet worden gehouden, is deze van de maand november van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de interesten betrekking hebben.

Voor de interesten die betrekking hebben op het kalenderjaar 2020 moet dus worden gekeken naar de betreffende MFI-interestvoet van november 2019. Volgens de website van de NBB bedraagt deze 1,56 % (http:// stat.nbb.be/Index.aspx). Dat betekent dat de marktrente voor de geviseerde interesten m.b.t. het jaar 2020 gelijk is aan 4,06 % (1,56 + 2,5).

Als de vennootschap op de bruto interest van 4,06% de roerende voorheffing van 30% inhoudt, dan ontvangt de bedrijfsleider een netto-interestvergoeding van 2,84%. Dat is toch behoorlijk meer dan hetgeen een gewoon spaarboekje bij een financiële instelling tegenwoordig aan rente biedt.

Interesten op een rekening-courant met creditsaldo zullen in 2020 sowieso geherkwalificeerd worden in dividenden in de mate dat de toegepaste interestvoet hoger is dan het maximum van 4,06 %. Is het bedrag van het RC-tegoed te groot dan kan de bedrijfsleider best het overdreven gedeelte laten uitbetalen door de vennootschap aan zichzelf.

Voor leningen met een welbepaalde looptijd blijft de vroeger definitie van de marktrente nog steeds gelden. De marktrente is dan de interestvoet die men zou moeten betalen voor een soortgelijke termijnlening bij een onafhankelijke kredietverstrekker, rekening houdend met de financiële toestand van de vennootschap (risico), de looptijd van de lening, de waarborgen, ed.

Een bedrijfsleider die een niet-overdreven rekening-courant tegoed heeft op zijn vennootschap kan zich in 2020 een fiscaal aftrekbare interestvergoeding tegen een rentetarief van 4,06% laten uitbetalen door zijn vennootschap.

Nieuwe fiscale clubs 2024-2025

Driemaandelijkse praktijkgerichte bespreking van de fiscale actualiteit inzake personenbelasting en vennootschapsbelasting: fiscale wetgeving, parlementaire vragen, circulaires, rechtspraak alsook belangrijke op til zijnde wetswijzigingen. Met GRATIS toegang Practinet (modules PB en VenB) vanaf uw inschrijving tot 30/06/2025 !

Schrijf nu in voor onze fiscale club

Op de hoogte blijven van onze seminaries?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief